Financiën
Tussen de school, de ouderraad en de medezeggenschapsraad is uitgebreid overleg geweest over de ouderbijdrage. In dit overleg is de wet- en regelgeving met betrekking tot schoolkosten leidraad geweest.
Er zijn drie soorten schoolkosten. U ziet ze in het plaatje hieronder, met daarbij voorbeelden.
Het Zwin College houdt zich aan de wet.
Dat betekent dat:
- Kosten voor lesmaterialen (categorie I) voor de school zijn;
- Kosten voor overige materialen en gereedschappen (categorie II) voor de ouders zijn;
- Overige kosten (categorie IV) een vrijwillig karakter hebben.
De school adviseert ouders om voor hun kind t.b.v. gebruik op school en thuis een laptop (categorie III) aan te schaffen. Daar waar ouders zich dit niet kunnen veroorloven staat de school er garant voor dat de betreffende leerling voor gebruik op school een laptop ter beschikking krijgt.
Categorie I Lesmateralen |
Categorie II Materialen en gereedschappen |
Categorie III Informatiedragers |
Categorie IV Overige kosten |
|
|
|
|
Het Zwin College houdt zich aan bovenstaande vierdeling. De school behoudt zich het recht voor om, in geval van een te lage betalingsbereidheid, activiteiten uit categorie IV geen doorgang te laten vinden. Daartoe zal de betalingsbereidheid voor activiteiten uit categorie IV vooraf geïnventariseerd worden.
Ons uitgangspunt voor de ouderbijdrage is, dat:
- We een zo laag mogelijke bijdrage vragen;
- We ervoor zorgen, dat zoveel mogelijk van de kosten voor ouders aan begin van het schooljaar bekend en geïnd zijn.
De bedragen die voor het schooljaar 2022-2023 van kracht zijn, vindt u in de bijlage.